De hondenkar

Een eeuwenoude traditie

Tot in de jaren twintig van de vorige eeuw zie je de hondenkar regelmatig op straat. Honden zijn sterk en kunnen mensen dus goed helpen. De mens heeft dat al snel door, want we komen de hondenkar al tegen vanaf de 17e eeuw in oude schilderijen en documenten.

Verboden voor hondenkarren

Niet iedereen is blij met de hondenkarren op straat. Voor de Amsterdamse bestuurders zijn ze een doorn in het oog. In 1675 komt er dan ook een verbod om ‘groote honden of rekels’ voor wagens met één of twee wielen te spannen. Ook in Rotterdam wordt dit verbod ingevoerd. De verboden houden echter geen stand.

De doorbraak van de trekhond in Nederland

Rond 1800 wordt de trekhond met de hondenkar in Nederland echt populair. Ook in andere landen om ons heen, zoals Duitsland, Frankrijk, België, Noorwegen en Zwitserland worden in de periode van 1800 tot ongeveer 1950 hondenkarren gebruikt. Maar niet overal mag de hond voor de kar worden gespannen. Zo is er in Denemarken een verbod en ook in Parijs (1824) en Engeland (1855) mag het niet.


 Foto van een hondenkar met 1 hond eronder
Foto genomen in Sappemeer in 1905 in de Noorderstraat ter hoogte van het latere perceel nr. 225. Geheel links zien we Arend Sijtsema op de fiets. Daarnaast Vegte Rijkens, achter bij de Kar. Op de voorgrond in het midden zien we Cobes van Duinen met de hondenkar. Dan zien we de heer Postema met de transportfiets tegen de wagen geleund. Als laatste zien we Johannes Kalk als koetsier en Herman Verver met de witte stofjas.

Waarom een hond?

Waarom een hond, zal je vragen, een paard is toch veel sterker? Een paard is zeker sterker, maar een hond was veel goedkoper. Had je geen geld voor een paard, dan nam je een hond. Een hond kopen was niet zo duur en de hond stelde maar lage eisen aan zijn of haar eten, onderkomen en verzorging. Voor een paard had je speciaal voer nodig en een stal. De hond had genoeg aan een hondenhok en at wat de pot schaftte. Etensresten, brood, groenten en slachtafval, de hond at het.
Maar in de stad was de hondenkar ook veel handiger. Een hondenkar was klein en wendbaar. In de smalle stadsstraten was deze meer geschikt dan een brede paardenkar.

Welk ras trekt de kar?

Het ras was in principe niet heel belangrijk, want ook bastaarden werden voor de kar gespannen. Natuurlijk moest de hond sterk genoeg zijn. De honden die men meestal gebruikte waren de voorouders van de huidige bekende hondenrassen, zoals: bouviers, Deense doggen, Duitse herders, Groenendalers, Hollandse herders, Pyreneese berghonden, Sennehonden en Siberische Husky’s. Ook het Belgische hondenras ‘Matin Belge’ was populair. Dit ras is inmiddels uitgestorven.
De hond voor, onder of achter de kar spannen
Om de hond aan de kar te bevestigen gebruikte men leren tuigmateriaal of een ‘getuig’. Dit waren voornamelijk een aantal riemen die aan elkaar werden vastgemaakt.

Het borsttuig

Je had bijvoorbeeld het ‘borsttuig’. Dit tuig bestond uit een aantal riemen, waaronder twee met lussen. Hierin werden de ‘burries’ (laadbomen) van de wagen geschoven. Aan het einde van de twee lange riemen van het borsttuig zaten ijzeren kettingen of leren riemen. Deze maakte men vast aan de haken die onder de hondenkar zaten.

Een hondenzadel

Een andere manier om de hond aan de kar vast te maken was het hondenzadel. Dit was van leer gemaakt en opgevuld met stro of paardenhaar. De burries van de kar werden door de loshangende lussen van het zadel geschoven. De wagen hing zo langs de rug van de hond. Daarna ging het borsttuig hierover aan. De riemen van dit borsttuig werden met de bevestigingskettingen weer aan de hondenkar vastgemaakt. Zo was de last beter verdeeld op de rug van de hond.

Het hondenhaam

Sommige honden droegen voor de hondenkar een ‘hondenhaam’. Het haam werd om de nek geplaatst om de kar te kunnen trekken. Ook bij paarden zie je zo’n haam wel.

De gebruikers

De hondenkar werd voor allerlei dingen gebruikt, maar was vooral populair bij verkopers van voedsel, zoals poeliers, bakkers, slagers, vis-, melk- en kaasventers, groenteboeren, eierenhandelaren en kruideniers. Maar ook verkopers van andere goederen of diensten hadden een hondenkar. Denk aan imkers, fotografen, kleine boeren, expediteurs, looiers, marskramers, petroleumventers, schoenlappers of verhuizers. De hond kon je voor de kar spannen, maar ook een ploeg of trekschuit trok hij, net als een paard.
Het is bovendien bekend dat de hondenkar lang gebruikt is voor het bezorgen van kranten, brieven en pakketpost. De PTT maakte tot 1922 gebruik van honden.
Ook in het leger werd hij gebruikt als trekdier voor mitrailleurwagens. Tijdens de Eerste Wereldoorlog waren er in Nederland ruim 1200 trekhonden in militaire dienst. Soms onder erg moeilijke omstandigheden. Toen de oorlog afgelopen was werden de honden afgedankt en gingen de ‘oudgedienden’ de burgermaatschappij in.

Een hondenbaan

De mens maakte graag gebruik van honden als trekdier, maar voor de hond kon het trekken van zo’n kar letterlijk en figuurlijk een hondenbaan zijn. Niet iedereen zorgde goed voor z’n hond. Als er wordt gekeken naar verslagen van die tijd en opgegraven botresten blijkt dat de hond niet altijd goed behandeld werd. Hierbij kun je denken aan uitgemergelde honden met afgesleten voetzolen. Het gewicht dat per hond getrokken werd was soms vele honderden kilo’s. Jarenlang werden ze afgebeuld, totdat hun gewrichten versleten waren. Zoals mensen met versleten gewrichten wel weten, doet dan elke beweging veel pijn. Het gebeurde ook wel eens dat de staart tussen de spaken van de wielen kwam en brak.
Naast lichamelijk, kon er ook geestelijk ongemak ontstaan. Honden werden vals, omdat ze jarenlang werden mishandeld door hun baas of op straat werden gepest door straatjongens.

De Trekhondenwet

Al voor 1910 zijn er plaatselijke regels wat trekhonden betreft. Deze zijn alleen meer voor het beschermen van burgers tegen agressieve honden en voor het verbeteren van de verkeersveiligheid. Pas later wordt er ook aandacht besteed aan het welzijn van de honden.

Op 1 september 1911 wordt de Trekhondenwet in werking gesteld. Hierin worden eisen gesteld aan de begeleider, de hond en de kar. Houdt men zich niet aan de wet dan krijgt men een boete.


 Een hondenkar met groenten in 1925
Foto genomen in Hoogezand in 1925 in de Brugstraat, later Meint Veningastraat nr. 120 en lager. Op de voorgrond een hondenkar met groenten.

Eisen aan de begeleider en hond

Als houder van een trekhond moet je je vanaf dan registreren en heb je een schriftelijke vergunning. Een aantekening hiervan staat op het nummerbewijs. Je moet minimaal 14 jaar oud zijn. Tijdens het rijden moet de geleider zich op de kar bevinden. De lading en de persoon moeten zich in evenwicht bevinden. Het gewicht mag niet zo groot zijn dat er voor het trekken te veel inspanning nodig is.
De hond moet minimaal een jaar oud zijn. In Nederland mag je niet meer dan drie honden naast elkaar voor de kar spannen, deze moeten een minimale schouderhoogte hebben van 60 centimeter. Wanneer de honden onder de kar lopen, mogen er maximaal twee honden naast elkaar staan van minimaal 50 centimeter hoog. Het is verboden om een hond te gebruiken die kreupel, gewond of zichtbaar zwanger is. De hond moet een leren halsband dragen of een halsband gemaakt van een textielproduct dat is goedgekeurd door de minister. Ook moet de hond een muilkorf dragen.

Eisen aan de kar

De kar moet na het ingaan van de wet een drinkbak en ligplank hebben. Ook voor het hondentuig zijn voorschriften tot het maken ervan en de afmetingen. De draagriem (over de schouders van de hond) moet tenminste 6 centimeter breed zijn. De borstriem (die van de borst naar achteren tot vlak achter de voorpoten liep) moet minimaal 4 centimeter breed zijn. De buikriem (van boven naar beneden achter de voorpoten) moet ministens 4 centimeter breed zijn. Er moeten horizontaal gerichte strengen zijn. Daarnaast moet er een steunsel aanwezig zijn, waardoor de hond ongedwongen kan liggen, zitten of staan.
Op de kar staat de naam van de houder en die van de gemeente waarin de houder woont. Ook is er een wit bord aan de rechterkant van de kar, zoveel mogelijk naar voren, bevestigd. Daarop staat het nummer van de inschrijving in geverfde zwarte letters en cijfers van 8 centimeter.


 Afbeelding van een hondenkar in Foxhol omstreeks 1925-1930.
Foto genomen in Foxhol omstreeks 1925-1930. Vermoedelijk in de Foxholster Hoofdweg (later Gerrit Imbosstraat). Een groepsportret met een hondenkar met twee of drie honden ervoor.

Aanpassing van de wet

Een aantal jaren later, in 1927, wordt de wet aangepast. Honden moeten gekeurd worden en inspecteurs moeten de naleving van de wet gaan controleren. In veel gemeenten weet alleen niemand van het bestaan van de wet. En als men er wel vanaf weet, heeft men er niet altijd een boodschap aan. De regeltjes uit Den Haag maken niet op iedereen indruk. Vooral op het platteland gaat men gewoon verder met het leven zoals het altijd al ging.

Er zijn dan wel inspecteurs, maar dat zijn geen vakmensen. Vaak doet een plaatselijke politieagent of dierenarts het ‘er eventjes bij’. Er wordt daarom regelmatig een oogje dichtgeknepen. Natuurlijk zijn er ook plekken waar wel goed wordt geïnspecteerd.

Tegenstanders van trekhonden

Niet lang na het invoeren van de wet wordt de Anti-Trekhonden Bond (1912) opgericht. Hun doel is het afschaffen van de trekhond. Deze bond kennen we nu als de Bond tot Bescherming van Honden, ook wel de Hondenbescherming.

Veel arme mensen, die de trekhond echt nodig hebben voor hun broodwinning, krijgen een bakfiets of een klein paard met wagen. Ze moeten dan wel hun hondenkar wegdoen en de hond mag alleen nog als huisdier gehouden worden.

De Bond maakt brochures waarin ze verslag doen van de ‘trekhonden-ellende’:

De trekhond is de schande onzer natie (…). De botten steken aan alle kanten uit. De schurftplekken en gaten zijn goed te zien. Dit geheele beeld der ellende toont ons de schandelijke uitbuiting van den trekhond, in al zijn treurige werkelijkheid.

Het einde van de hondenkar

Langzaam komen er steeds meer tegenstanders van de hond als trekdier. De hondenkar verdwijnt steeds meer uit het straatbeeld. Er zijn ook steeds meer andere mogelijkheden om vracht te vervoeren. Transportfietsen, bakfietsen, motorfietsen en auto’s veroveren het nieuwe straatbeeld. Honden zijn overbodig geworden, maar ook de Bond doet het verzet uit de samenleving groeien. Uiteindelijk wordt in 1962, vijftig jaar na de oprichting van de Bond, de Wet op de Dierenbescherming ingevoerd. Deze wet zorgt ervoor dat het verboden wordt om beroepsmatig met honden te werken. Op dat moment zijn er nog maar dertig á veertig trekhonden in het land over. De hondenkar belandt in het museum.

Met een hond mag je dus geen kar, slee, boot of een ander voorwerp trekken. Als je een hond wel wil gebruiken om iets te trekken dan heb je een ontheffing nodig.
Dat kan bijvoorbeeld wanneer je de sledehondensport beoefent met één of meer van de volgende hondenrassen: Alaska-malamute, Eskimohond, Groenlandse hond, Samojeed of Siberische husky. In 2012 wordt het ook mogelijk voor honden die niet onder de hiervoor genoemde rassen vallen een ontheffing aan te vragen. Het gaat dan om honden die speciaal gefokt zijn voor het sledehondentransport, maar geen stamboom hebben. Deze honden hebben de verzamelnaam Alaskan Husky.
De ontheffing heb je ook nodig voor bijvoorbeeld ‘bikejoring’ (mountainbiken met een aangelijnde hond) en waterwerk (trekken van boten, voorwerpen en personen in het water).


 Meisje met een hond aan haar zijde.
De hond als vriend, niet meer voor de kar. Foto vermoedelijk genomen in de jaren vijftig van de vorige eeuw in Hoogezand. Het meisje is de dochter van de familie Niewold.

De hondenkar anno 2022

Toen ik dit artikel ging schrijven en googelde op het woord ‘hondenkar’, kreeg ik erg veel resultaten. Alleen niet over de hondenkar waarover je net gelezen hebt, maar over de ‘moderne hondenkar’. Waar de hond voorheen voor de kar werd gespannen, is de hondenkar nu een wagentje wat je achter aan je fiets kunt hangen, zodat je je hond comfortabel kunt vervoeren.
Honden worden tegenwoordig voornamelijk als huisdier gehouden. Er zijn nog wel ‘werkende honden’ zoals politiehonden, drugshonden en natuurlijk geleide- of hulphonden. Maar de hondenkar van vroeger is verleden tijd.

 

Publicatiedatum: 4 november 2022
Auteur: Rachel Hiemstra
Bronnen: