Schaarste tijdens de Tweede Wereldoorlog

Het normale leven gaat door

Aanvankelijk ging het normale leven na de capitulatie van ons land gewoon door. Wat we wel merkten was dat alles op de bon ging. Iedere maand haalde je een bonkaart van het distributiekantoor, hier kon je een bepaalde hoeveelheid brood of bijv. vlees voor halen.


 Afbeelding van een doos met allerlei bonkaarten, onder andere voor vlees, textiel en brood. Bonnen van de distributiedienst in Slochteren, donatie mevrouw Zuidhof.

In eerste instantie waren de rantsoenen nog best redelijk, maar mettertijd werden deze steeds kleiner en ook de voedingswaarde werd er niet beter op. Op allerlei manieren probeerde men het kleine rantsoen aan te vullen. Zoals met koolzaadolie om te bakken of voor oliepitjes, tarwe en rogge voor pannenkoeken en brood, en suikerbieten als zoetigheid. Ondanks de situatie stonden bakkers bij dag en dauw op om iedereen van z’n dagelijkse brood te voorzien. Vaak stopte ze ieder toch net even wat extra toe dan waarvoor men bonnen had.

Ruilen was aan de orde van de dag en was je beter bedeeld, dan kon je voor 80 gulden een pakje shag kopen of voor 400 gulden een fietsband.


 Oproepjes in de krant waarin met vraagt om spullen te ruilen, zoals schoenen en schaatsen.  Oproep in de krant waarin wordt gevraagd om zuinig te zijn, vooral met zout. Op de eerste afbeelding oproepen tot het ruilen can spullen. Op de tweede afbeelding een oproep in de krant uit 1944 tot zuinigheid.

We hadden het zo slecht nog niet

Zo slecht hadden wij het nog niet tussen de boeren. Veel mensen hadden zelf een tuin, en op de meest onmogelijke plaatsen werden varkens opgefokt, zodat deze in de winter geslacht konden worden.

Overal waren wel surrogaten voor, kleizeep, gebrande rogge voor koffie of gedroogde eigenbouw tabak, maar veel was amper te gebruiken. Maar op een gegeven moment werd dit het nieuwe normaal, je wende eraan. De schooljeugd werd ingezet om te helpen met de oogst en het rapen van eikels, beukennoten en kastanjes.

Brandstoftekort

Ook brandstof was iedere winter een groot probleem. Overal waar nog wat turf in de grond was, werd weer turf voor eigen gebruik gegraven en sommige fabrieksdirecteuren stelden stobben (onderste boom) beschikbaar aan hun personeel. Bussen en vrachtauto's reden op (hout)gas, omdat er geen benzine was. De winter van 44/45 was streng en duurde lang. Dhr. J. Kraai maakt samen met een paar vrienden een aantal turfritten om brandstof te halen in Klazienaveen. Ook de bomen haalden de volgende lente niet, langs niet al te drukke wegen en plantsoenen waren vrijwel alle bomen afgezaagd. Maar het was nodig en zo kwamen we de winter door.


 Afbeelding van een grote gasgenerator achter een bus van de Gado. De tank is open aan de bovenkant en een man is ermee bezig.  Artikel van de Gado, waarin wordt aangegeven dat de dienstregeling beperkt wordt vanaf 5 mei 1941. Op de eerste foto een gasgenerator voor een Gadobus i.v.m. benzinetekort. Op de tweede afbeelding een aankondiging van de Gado uit 1941 over beperkte dienstregeling in 1941.

De centrale keuken bood uitkomst

In het laatste oorlogjaar begonnen de tekorten toch wel nijpend te worden. Mensen uit het westen vluchtten naar het noorden, waardoor hier ook de druk op de ketel hoger werd. Meer monden moesten gevoed worden. In de kranten roept men op om zuinig te doen met producten die langer houdbaar zijn. Toen kwam daar ook nogbij dat het gas werd afgesloten. Hoe moest er nu nog een warme maaltijd bereid worden? De centrale keuken biedt uitkomst.


 De Centrale Keuken bezorgt met paard en wagen warme maaltijden in de straten van Hoogezand. Bezorging van de warme maaltijd van de centrale keuken in Hoogezand tijdens de laatste fase van de oorlog.

Mettertijd zijn er echter steeds meer gezinnen en personen die gebruik moeten gaan maken van de centrale keuken. Een maaltijd bij de centrale keuken was overigens niet gratis. Je leverde er bonnen voor in, en betaalde een kleine bijdrage. Zo wordt er in de krant gepubliceert dat je in november 1944 in Sappemeer 35 cent per maaltijd betaalt als je een gezinsinkomen van 2000 gulden of meer hebt. Zit je hier onder dan betaal je 25 cent per volwassene, 20 cent voor het eerste en tweede kind, 15 cent voor het vierde en vijfde kind en 5 cent vanaf het vijfde kind.

In Sappemeer werd er eten bereid in het pand van de Victoriamaatschappij (de latere rubberfabriek Nerub) aan de voormalige Zuiderstraat (nu Noorderstraat) en in Hoogezand in de oude bewaarschool (later Machinefabriek Veldthuis) aan de Spoorstraat. Het menu van de centrale keuken werd wekelijks in de krant gepubliceerd.


 Menu van de Centrale Keuken: zondag gortmoutpap, maandag erwtensoep, dinsdag stamppot wortelen, woensdag stamppot rode kool, donderdag stamppot andijvie, vrijdag groentesoep, zaterdag stamppot snijbonen.  Menu van de centrale keuken: zondag pap, maandag zuurkool en jus, dinsdag aardappelen en rode kool, woensdag hutspot en haché, donderdag aardappelen, spruitkool en jus, vrijdag erwtensoep, zaterdag aardappelpuree, gestoofde prei en jus. Menu's van de centrale keukens in Sappemeer en Hoogezand van november 1944, bestaande uit pap, soep, stampot en wintergroenten.

 

Publicatiedatum: 20 april 2020
Auteur: Rachel Hiemstra

Bronnen:

  • Hoogezand Sappemeer tijdens de Tweede Wereldoorlog, K.G. Bos en J.H. Bos, 1991.
  • Duurswold, Nieuws- en Advertentieblad voor Landbouw, Handel en Nijverheid.
    • 11 nov. 1944
    • 30 dec. 1944