Het verhaal van Eggo Anko Streuper

Afscheid van Sappemeer

Eggo Anko Streuper werd op 7 september 1921 geboren in Sappemeer, als kind van Anko Streuper en Elsje Venema. Daar woonde hij aan de Noordbroeksterstraat nummer 79. Toen hij in 1943, als jonge twintiger, werd opgeroepen voor de arbeidsinzet twijfelde hij geen moment. Geen haar op zijn hoofd! Hij zou onderduiken. Eggo was op dat moment werkzaam als bakkersknecht bij Arie Bosscher (bakker en verzetsman) aan de Zuiderstraat 50 (later Noorderstraat 124) in Sappemeer, maar moest zijn werk achterlaten.


 Noordbroeksterstraat, westzijde, gedeelte tussen het nieuwe Winschoterdiep en het Achterdiep.1935: Noordbroeksterstraat, westzijde, gedeelte tussen het nieuwe Winschoterdiep en het Achterdiep.


 Winschoterdiep met rechts de Zuiderstraat, later Noorderstraat ter hoogte van perceel nr. 120 en hoger. In het diep het beurtschip Harmonie varende onder het Westerhooghout. Op de achtergrond de R.K. kerk. Rechts de winkel van Kleefsman.Omstreeks 1930: Winschoterdiep met rechts de Zuiderstraat, later Noorderstraat ter hoogte van perceel nr. 120 en hoger. In het diep het beurtschip Harmonie varende onder het Westerhooghout. Op de achtergrond de R.K. kerk. Rechts de winkel van Kleefsman.

Koerier voor de K.P. Meppel

Kort na zijn oproep voor de arbeidsinzet vertrok Eggo naar Leeuwarden. Hier dook hij niet enkel onder, maar voerde hij ook illegale opdrachten uit. Hij was namelijk koerier voor de K.P. (Knokploeg) Meppel, een verzetsbeweging. Tijdens zijn onderduikperiode had hij de schuilnamen Jozef en Jan Velthuis. In april 1944 bracht hij een Engelse vlieger van Friesland naar het station in Meppel. De vlieger kwam aan bij het station, maar Eggo zou niet meer terug op zijn onderduikadres komen. Diezelfde dag kreeg hij te maken met een controle. Daar troffen de landwachten veel te veel bonkaarten bij hem aan. Dit zorgde ervoor dat hij werd gearresteerd en naar de gevangenis in Groningen werd overgebracht. Eggo was wel in het bezit van een vals persoonsbewijs, zou dit hem nog kunnen redden? Helaas… politieagent Bouma uit Hoogezand herkende Eggo en zo werd hij ontmaskerd. Hij belandde in een cel samen met de bekende heer Berend Dommering van de schouwburg uit Winschoten. Hij gaf Dommering voor zijn vertrek nog een ring, die uiteindelijk bij zijn ouders belandde. Vanuit hier werd Eggo op 23 mei 1944 overgebracht naar Kamp Amersfoort, waar hij gevangenennummer 12625 kreeg. Vanuit hier schreef hij nog een aantal brieven naar zij ouders, die deden vermoeden dat zijn verblijf in Amersfoort niet van lange duur zou zijn. Uit bewaard gebleven documenten van Kamp Amersfoort blijkt dat Eggo op 30 mei 1944 is opgenomen in de ziekenboeg vanwege dysenterie. Ondertussen wachtte hij op transport naar Duitsland, maar dat zou nog enige maanden duren. 


 Portret van Eggo Anko Streuper   In Memoriam bericht dat Dommering liet publiceren, waarin hij vertelt over Eggo.  Portret van Eggo Anko Streuper en In Memoriam bericht dat Dommering liet publiceren, waarin hij vertelt over Eggo. Bron: dhr. E. Streuper.

Op transport naar Neuengamme

Pas op 11 oktober 1944 vertrok Eggo naar Neuengamme, een concentratiekamp in de buurt van Hamburg, waar mensen heen werden gestuurd die iets tegen de zin van de Duitsers gedaan hadden, waaronder veel Nederlandse verzetstrijders. In Hengelo gooide hij nog een briefje uit de trein, dat zijn ouders in Sappemeer uiteindelijk bereikte. Daarna werd in Nederland niets meer van hem vernomen.

Op 14 oktober 1944 komt Eggo aan in Neuengamme. Uit getuigenverklaringen van overlevenden blijkt dat Eggo op 17 oktober, drie dagen na aankomst, op transport is gesteld naar Wedel, een buitenkamp van Neuengamme. In Wedel moesten de gevangenen antitankgrachten graven. Eggo is op 29 november overgeplaatst naar een buitencommando in Hamburg, aan de Spaldingstrasse in de wijk Hammerbrook, dat belast was met het ruimen van puin in het gebombardeerde Hamburg. De omstandigheden in dit kamp waren bar slecht. Ongeveer 290 Nederlanders zijn hier overleden. Eggo is daar gezien in de ziekenbarak. Zijn lichamelijke toestand was naar omstandigheden behoorlijk, maar hij kon niet goed lopen. Zijn benen waren erg zwak. Vanuit de Spaldingstrasse moest Eggo nog enige tijd aardappels rooien in Mecklenburg. Daarna keerde hij weer terug naar de Spaldingstrasse in Hamburg.

Neuengamme had tientallen buitenkampen, waar het grootste gedeelte van de gevangenen zich letterlijk dood werkte. Overal waren de omstandigheden onmenselijk. 

Sandbostel

Op 17 april 1945 begon de evacuatie van het kamp met het transport van zieken. De ‘gezonde’ gevangenen werden op 21 april op transport gesteld. Zij werden naar krijgsgevangenkamp Stalag XB in Sandbostel gebracht. In totaal zijn er ongeveer 7000 gevangenen naar dit kamp gebracht die verdeeld werden over maar 12 barakken. Er was daar niets, geen bedden, geen voedsel, en geen toiletten. Water was er maar gedurende korte periodes. De gevangenen werden aan hun lot overgelaten en stierven bij bosjes, vooral nadat er vlektyfus uitbrak. Op 20 april vertrokken de SS-bewakers en werden ze opgevolgd door een stel marinemilitairen. In feite namen de krijgsgevangenen de leiding over. Op 29 april werd het kamp door de Engelsen bevrijd. Na de bevrijding zijn er nog ontzettend veel gevangenen overleden. Meer dan 300 Nederlanders hebben dit kamp niet overleefd en veel overleden na thuiskomst nog aan de gevolgen. Het is niet duidelijk wanneer Eggo is overleden. Dat kan tijdens het transport naar Sandbostel zijn geweest of tijdens het verblijf in het kamp.

Onzekerheid

Het blijft, tot groot verdriet van zijn ouders, lange tijd onduidelijk wat er met Eggo is gebeurd en of en waar hij is overleden. Zijn moeder schrijft in 1948 aan het Rode Kruis:

Deze jaren na de bevrijding hebben we geleefd in hoop en vrees, vrees dat we zo goed als zeker wisten dat hij toch niet terug zou komen, hoop, het kan nog een waar zijn dat hij terugkwam. Zullen we ooit zekerheid krijgen, zullen we onze laatste levensdagen altijd in onzekerheid slijten of stelt de Regering een bepaalde tijd, dat na dien gerekend moet worden dat onze jongen niet terugkomt!

Pas in 1951 kregen zijn ouders een officieel overlijdensbericht van het Nederlandse Rode Kruis. Hierin staat:

Eggo Anko Streuper geboren 7 september 1921 te Sappemeer is overleden hetzij in het A.K. Spaldingstrasse, hetzij tijdens de evacuatie naar Sandbostel, hetzij in Sandbostel, niet eerder dan 16 maart 1945, doch uiterlijk 24 april 1945.

Later ontvangt de familie een dankbetuiging van een Engelse vlieger, die door Eggo was geholpen. Op de dankbetuiging stond de volgende tekst:

This certificate is awarded to Eggo Streuper as a token of gratitude for and appreciation of the help given to the Sailors, Soldiers and Airmen of the British Commonwealth of Nations, which enabled them to escape from, or evade capture by the enemy.


 Het officiële overlijdensbericht  dankbetuiging van de vlieger Het officiële overlijdensbericht en de dankbetuiging van de vlieger. Bron: dhr. E. Streuper

Eggo Anko Streuper ligt begraven op de Kriegsgräberstätte in Sandbostel. Zijn medegevangene Berend Dommering schreef later in een In Memoriam:

Eggo Streuper, je hebt je plicht tegenover het vaderland vervuld. Rust zacht. 


 Kriegsgräberstätte in Sandbostel, waar Eggo begraven is. Kriegsgräberstätte in Sandbostel, waar Eggo begraven is. Bron: Stiftung Lager Sandbostel.

 

Met dank aan Erik Dijkstra voor de aanvullingen over Neuengamme en Sandbostel en verschillende afbeeldingen.

 

Publicatiedatum: 18 februari 2020, aangevuld op 28 april 2020
Auteur: Rachel Hiemstra en Erik Dijkstra

Bronnen: