De crash bij Harkstede

Engeland, 11 december 1943, voor de middag

Bud Gerald (piloot), Erny Amport (2e piloot), Charlie Garner (bommenrichter), Bill Bumgarner (navigator), James Costa (radioman) en boordschutters Nic Colagiovanni, Coolidge Howlett, Dean Mac Conkey, James King en Dick Langam maken zich samen met nog 490 B-17 Vliegende Forten en 93 B-24 Liberators op om een zware bombardementsaanval uit te voeren op het zeer belangrijke industrie- en havengebied van Emden. Doordat Hamburg zwaar gebombardeerd is heeft Emden nu een versterkte strategische positie. Het is de belangrijkste invoerhaven voor Zweedse ijzererts, welke onmisbaar is voor de wapenindustrie in het Ruhrgebied.

Nog voor de middag wordt het startsein gegeven om te vertrekken richting de Noordzee. Met z'n tienen in één jeep worden de mannen, die op de basis in Framlingham in East Anglia (in de buurt van Ipswich in Engeland) verblijven, naar hun toestel gebracht. De lucht is helder, het is vrijwel onbewolkt en het vriest licht. Het bombardement zal moeten plaatsvinden tussen 12:20 en 13:12.

Maar eenmaal in de lucht zijn ze niet alleen. Al snel krijgen de vliegtuigen afkomstig uit Engeland gezelschap. De vliegroute loopt via de Waddeneilanden, waar een groot luchtgevecht ontstaat met een honderdtal Duitse jagers. Ondertussen zorgen de Duitsers ervoor dat de radio-installaties van de US-vliegtuigen verstoord worden, waardoor een groot aantal US-jagers verdwaalt, bijna met te weinig benzine zit en er vrijwel geen contact meer met de bommenwerpers is. Zij kunnen de grote bommenwerpers dus weinig hulp bieden.

Provincie Groningen, 11 december 1943, omstreeks 12:30

Terwijl de bevolking van Emden zich veilig in de schuilbunkers bevindt en er wederom een zeer zwaar bombardement plaatsvindt, staan de Groningers buiten, starend naar de lucht. Grote drommen vliegtuigen trekken westelijk over de stad Groningen en omgeving. Aan de oostelijke horizon rommelt het, de eerste bommen vallen op Emden. Ook in de lucht is het onrustig, men hoort schoten, maar is zich nog van geen ernstig gevaar berust, het lijkt immers nog ver weg. Maar al gauw verschijnen op verschillende plekken witte stipjes in de lucht: parachutes. Ze maken zich los van een bommenwerper die lager vliegt en rook achterlaat, hij staat in brand! Op de grond raakt men ontzet. “Als het maar niet bij ons neerstort, in de bebouwde kom!” Bovendien wordt er geteld hoeveel mannen de bommenwerper verlaten. Ook de Duitse jager die om het toestel heen vliegt wordt niet gemist. Hij schiet! Zelfs terwijl de bemanningsleden het toestel al verlaten. Op de grond is men woedend! Het toestel is duidelijk van zijn koers geweken, maar gaat nu gelukkig oostelijk en niet meer richting de stad Groningen. Het toestel dreigt echter wel elk moment neer te storten, want het verliest steeds meer hoogte en één van de motoren aan de rechter vleugel brandt hevig. Het toestel zakt naar beneden achter de Korrewegwijk. Als een zwarte rook opstijgt weet men in de stad dat het toestel de grond geraakt heeft. De parachutes van de noodspringers hangen nog altijd in de lucht. Verspreid om Groningen heen komen zij neer. Als krijgsgevangenen komen ze de stad binnen. Eén van de bemanningsleden is gewond aan zijn benen. Het is Howlett de staartschutter. Hij werd beschoten door de Duitse jager toen hij al in z’n parachute hing. Gezagvoerder Gerald is de laatste die springt. Doordat hij zo lang in het toestel is gebleven, heeft hij het toestel boven de bebouwde kom vandaan weten te houden. Zijn parachute kwam neer bij het dorp Harkstede, net als het toestel.

Ondertussen ziet ook politieman W. Kruise het toestel naar beneden komen, terwijl hij zich van het gemeentehuis van Slochteren over de Hoofdweg richting Scharmer en Harkstede begeeft, waar hij woonde en ook de Opperwachtmeester van de Staatspolitie standplaats had. Ondertussen beleeft zijn vrouw thuis doodsangsten, omdat het toestel steeds brandend boven hen vliegt. Wonder boven wonder stort het toestel vlak achter Harkstede neer. Kruise is als eerste van de Politie ter plaatse. Op het land van Jan Nijborg liggen de smeulende resten van de B-17. Eén piloot is al gevangen genomen door de Wehrmacht. Eén van hen gebied Kruise om de piloten op te sporen. De piloot die al is opgepakt door de Wehrmacht had domme pech. Hij kwam landbouwer Mekkes tegen, een lid van de NSB. Plaatselijk dokter J. Berg had de man al onderzocht voordat de Duitsers er waren. De piloot gaf de dokter een portefeuille met een aanzienlijke hoeveelheid Frans geld. De dokter, die bij de Ondergrondse zat, gaf de portefeuille aan Kruise en vroeg hem deze te bewaren om te gebruiken voor de Ondergrondse. Hij gebood hem voorzichtig te zijn en hem af te geven wanneer er sprake van kwam. Zo geschiedde het… Het komt toch ter sprake en Kruise belt de burgemeester en ze spreken af om elkaar te ontmoeten. De burgemeester zal een getuige meenemen. De burgemeester was echter door de Duitsers aangesteld. Burgemeester Duursma en de heer Garrelts, hoofd van de Luchtbeschermingsdienst, waren op de afgesproken tijd bij Kruise. Hij overhandigde het geld aan de burgemeester, die het meteen doorgaf aan de onderofficier van de Duitse Wehrmacht. Dit alles onder het ‘genot' van een kopje namaakkoffie...

Succesvolle missie

Ondanks de tegenslagen en verliezen op deze dag werd de missie toch als geslaagd betiteld. Het Duitse oorlogspotentieel had grote verliezen geleden en Emden lag met haar belangrijke haven grotendeels in puin. De B-17 was op deze dagniet het enige vliegtuig dat neerstortte. Op meer plekken in de provincie Groningen en in Duitsland sprongen noodspringers uit hun toestellen. Bij de crash bij Harkstede vielen geen dodelijke slachtoffers. De andere springers kwamen helaas niet allemaal levend naar beneden. Op één van de plekken werd met een afweergeschut op de noodspringers geschoten. Eén Amerikaan werd hangend aan zijn parachute vermoord. Veel mensen waren ooggetuige van dit vreselijke schouwspel.

 

Publicatiedatum: 30 december 2019
Auteur: Rachel Hiemstra

Bronnen:

  • Met de blik naar boven, M. H. Huizinga