Het ontstaan van het Midden-Groningse landschap

De oudste geschiedenis van Midden-Groningen bevindt zich onder onze voeten en is aan het landschap af te lezen. Vele eeuwen was het gebied bedekt met een laag poolijs van soms enige honderden meters dik. Het waren de gletsjers van de laatste ijstijd die zo hier en daar het zand voor zich uitschoven zodat stuwwallen ontstonden, welke bijvoorbeeld nog terug zijn te zien tussen Harkstede en Siddeburen.

Ondanks het feit dat de prehistorische middensteentijd al zo ver achter ons ligt, worden er uit dit tijdperk wel vondsten gedaan. Zo werden er in 2005/2006 op de locatie van het huidige Winkelpark Hoogezand objecten uit de midden steentijd (12000 tot 4000 voor Christus) opgegraven. In die tijd, na de laatste ijstijd, was het gebied evenals de rest van Noord-Nederland bedekt met uitgestrekte graslanden en bossen. Dit was het landschap waarin de eerste bewoners van het latere Midden-Groningen leefden. Vermoedelijk waren zij rendierjagers afkomstig uit de Dordogne en Saksische volksgroepen. Zij vestigden zich op de stuwwallen, hoogten langs de riviertjes en wierden. Zo ontstond bijvoorbeeld het dorp Hellum. Hellum is een eeuwenoud dorp. In de loop der tijden zijn in Hellum meerdere prehistorische vondsten gedaan. Door deze vondsten blijkt dat 4000 jaar voor onze jaartelling Hellum al bewoond moet zijn geweest. Vele grote veldkeien zijn er in de loop der jaren uit de grond gehaald. Ook in Scharmer vinden we tekenen van vroege bewoning. Zo heeft men hier een stenen hamer gevonden, daterend van ver voor onze jaartelling.


 brochure uit 2008 van de opgraving van de mesolitische vindplaats aan de toegangsweg tot het Winkelpark in Hoogezand. Veenplas ('t Wiede Gat) te Westerbroek met op de achtergrond de Nederlands Hervormde kerk aan de Oudeweg. Gezicht op 't Wiede Gat te WesterbroekFoto 1: brochure uit 2008 van de opgraving van de mesolitische vindplaats aan de toegangsweg tot het Winkelpark in Hoogezand.
Foto 2: 1975, Veenplas ('t Wiede Gat) te Westerbroek met op de achtergrond de Nederlands Hervormde kerk aan de Oudeweg.
Foto 3: jaren 70, Gezicht op 't Wiede Gat te Westerbroek.


 Tekening van de Baggerputten.  Foto van het gebied de Baggerputten. Grote waterpartij.Foto 1 en 2: natuurgebied en viswater 'de Baggerputten Slochteren'

Verdergaande verandering van het klimaat zorgde op termijn voor uitgestrekte moerasgebieden en veenvorming. Naast het aanwezige grootwild moet er toen ook een grote variatie aan watervogels en vissen aanwezig zijn geweest. De rondtrekkende jagers en verzamelaars trokken daarom weg, waarna ons gebied tot in de late middeleeuwen onbewoond bleef. In die tijd komt de mens terug en ontstaan er in ons gebied aan de randen van het veen een aantal nederzettingen. Het waren de veenontginningsnederzettingen Westerbroek, Kropswolde, Wolfsbarge en Foxhol. Dit veenontginningsgebied breidde zich geleidelijk verder uit richting Veendam en beslaat een groot deel van de gemeente Midden-Groningen. De bewoning van deze plaatsen is niet alleen aan overgeleverde schriftelijke bronnen af te lezen. Landschapselementen zijn ook een historische bron. Een deel daarvan zijn waterstaatkundige ingrepen, bijvoorbeeld de veendijken. De ontginning van het veen ging namelijk samen met de aanleg hiervan. Deze dijken werden op de kerspelgrenzen en op de grenzen van de woeste venen met bouwgronden aangelegd. Gebiedsvreemd en ongewenst veenwater werd door de dijken buiten de deur gehouden.
De Borgwal in Westerbroek is een middeleeuwse veendijk, die de grens met de kerspelen Scharmer en Harkstede aangaf, en bescherming moest bieden tegen de Hunze. Dat het een kerspelgrens is, is duidelijk te zien aan de kavelstructuur. De voor die tijd kenmerkende regelmatig opstrekkende verkaveling knikt precies op de Borgweg. Ook de Oudeweg en de Woortmansdijk van Westerbroek zijn oude veendijken. In Kropswolde geldt dit voor de Woldweg.


 Weg de Woortmansdijk met bomen erlangs.  Kropswolderpolder met waterpartij.Foto 1: 1980, Woortmansdijk in Westerbroek gezien in oostelijke richting.
Foto 2: 1970, gezicht op de Kropswolderpolder vanaf het 'Kattegat' Foxhol.

Met de tijd is het landschap steeds meer in cultuur gebracht en bebouwd. Mooie vergezichten hebben plaatsgemaakt voor nieuwbouwwijken, bedrijventerrreinen en boerenland. Trend van de laatste tijd is om juist de natuur in ere te houden en te bewaken. Zo zijn een groot gedeelte van de oeverlanden van het Schildmeer (115 hectare) bijvoorbeeld aangewezen als beschermd natuurmonument. Een belangrijke spil in het behoud van het natuur is in onze provincie 'Stichting het Groninger Landschap'. Ook het Zuidlaardermeergebied is een gebied waarvoor zij zich inzetten. Samen met het Drentse Landschap proberen ze het natuurlijke systeem in dit gebied zoveel mogelijk terug te brengen. 


 Sneeuw in Meerwijck. Anker op de voorgrond, water (of ijs) op de achtergrond.  Rand van het Zuidlaardermeer.Foto 1: jaren 70, winterlandschap in de omgeving van Meerwijck.
Foto 2: 1970, het Zuidlaardermeer te Kropswolde.

 

Publicatiedatum: 13 augustus 2018
Auteur: Rachel Hiemstra