De Woldjerspoorweg

Stations en haltes

Het Woldjerspoor is de naam voor de spoorlijn van Groningen via Slochteren naar Weiwerd. Het traject had veertien stations en haltes. Vanaf het Hoofdstation in Groningen waren dat:

  1. Roodehaan
  2. Engelbert
  3. Bieleveldslaan
  4. Harkstede-Scharmer
  5. Kolham
  6. Froombosch
  7. ’s Gravenschans
  8. Slochteren
  9. Wijgchelsheim
  10. Schildwolde-Hellum
  11. Zandelaan
  12. Siddeburen
  13. Leentjerweg
  14. Tjuchem-Meedhuizenen

Aan het einde lag het station Weiwerd. De treinen reden via Farmsum daarna door naar station Delfzijl. De stationsgebouwen en haltes langs de spoorlijn werden (afgezien van station Weiwerd, dat al sinds 1910 bestond) ontworpen door de architect Ad van der Steur. Zeven van de stations waren volgens het ‘standaardtype Woldjerspoor’ gebouwd. Het achtste, station Froombosch, was kleiner. En de overige zes waren eenvoudige haltes. Bouwbedrijf Van der Laan uit Kollum bouwde de stations en een aantal dienstgebouwen tussen 1925 en 1930.

Het plan: een spoorweg naar de Woldstreek

Al in het begin van de twintigste eeuw liggen er plannen voor het bouwen van een spoorweg richting de Woldstreek. Ruim tien jaar daarvoor (1888) wordt er zelfs al gesproken over een mogelijke spoorweg. Reden hiervoor is het vervoer van landbouwproducten, maar ook vervoer van reizigers. Kornelis ter Laan, op dat moment Tweede Kamerlid voor de SDAP, presenteert al in 1902 een brochure met een plan voor de aanleg van een stoomtramlijn van Groningen via Slochteren naar Wagenborgen. Acht jaar later is de spoorlijn van Zuidbroek naar Delfzijl gereed, maar hiermee worden de Woldjers nog altijd niet bediend.

Na meer dan twintig jaar start in 1925 dan eindelijk de realisatie van het Woldjerspoor. 36 kilometer spoor voor transport van goederen en passagiers. Langs het spoor komen acht stations en zes stopplaatsen. Voor velen voelt het plan als een verlossing. De aansluiting op andere trajecten zorgt straks voor een betere verbinding met de landelijke economische infrastructuur. Ook verwacht men dat de aanleg goed is voor de economie en zorgt voor efficiëntere landbouw en meer werkgelegenheid. Bovendien kan de regionale economie ervan profiteren, zodat de Woldstreek een sterkere positie krijgt.

Tijd voor feest!

De aanleg zal uiteindelijk duren tot september 1929. Tegenover de Fraeylemaborg in Slochteren wordt een groot stationsterrein met een watertoren en een overslaghaven aangelegd. Dit punt kan door landbouwers uit de hele gemeente worden gebruikt om hun goederen over te slaan. Na een grote gezamenlijke inspanning van politici is het eindelijk zo ver. Daarom wordt alles uit de kast getrokken en worden er in verschillende dorpen volksfeesten georganiseerd.
In Froombosch rijden praalwagens en worden de schoollokalen rijk versierd. De eerste trein wordt onder luid gezang ontvangen. De trein zit vol met hoogwaardigheidsbekleders, zoals de minister van Waterstaat Van der Vegte, burgemeester Van der Hoop van Slochteren en de Commissaris van de Koningin. Bij elk station wordt gestopt en wordt het volk toegesproken. Het feest verspreidt zich langzaam over de gehele gemeente. In Slochteren wordt zelfs extra tijd ingelast. Burgemeester Van der Hoop - die uiteindelijk een belangrijke rol had gespeeld bij de totstandkoming van het Woldjerspoor - spreekt onder grote belangstelling namens het gemeentebestuur de meereizende gezaghebbers toe. In de Fraeylemaborg (waar Van der Hoop woonachtig was) genoten ze van een koud buffet. Het geheel werd afgesloten in de Harmonie in Groningen met een diner.


 Statig portret van de heer van der Hoop van Slochteren  Het gemeentehuis van Slochteren met op de voorgrond het Woldjerspoor.Foto 1: Portret van Mr. Evert Jan Thomassen à Theussink van der Hoop van Slochteren (Slochteren, 04-02-1875 - 27-04-1952).
Foto 2: 1939, het gemeentehuis van de gemeente Slochteren met op de voorgrond het Woldjerspoor.

"Laat het niet uw schuld zijn, wanneer ze overhoopt opgeheven wordt"

Helaas blijken al vanaf het eerste jaar de inkomsten tegen te vallen. Vooral wat het goederenvervoer betreft vallen de inkomsten sterk tegen en het aantal passagiers kan de gemiste inkomsten niet goedmaken. Men moet op zoek naar wegen om het Woldjerspoor lonend te houden. De boeren, die het spoor een warm hart toedragen, zijn zelfs bereid om goederen per spoor te laten vervoeren. Ook als dit hogere kosten met zich meebrengt dan het vervoer per vrachtwagen. Helaas helpt het allemaal niets.

Nu wordt alle aandacht op de passagiers gericht. Men luistert naar klachten, biedt een gratis fietsenstalling aan en start een reclamecampagne. Ook dit haalt niets uit. De concurrentie van autobusondernemingen is te groot. Het gemeentebestuur doet haar best om de spoorlijn te redden van de ondergang. Een ernstige botsing in 1937 van een trein met een autobus op de overgang bij het gemeentehuis van Slochteren doet het beeld van de spoorlijn ook geen goeds. In een laatste poging om de spoorlijn te redden wordt een pamflet huis aan huis verspreid met de kop ‘Laat het niet uw schuld zijn, wanneer ze onverhoopt opgeheven wordt’. Daarnaast stuurt men een bedelbrief naar de staatsspoorwegen, de Minister van Waterstaat en de Minister van Defensie. Helaas, ook zij schieten de Groningse gemeenten op dat moment niet te hulp. De spoorlijn heeft geen toekomst meer.

Op 1 januari 1940 wordt de spoorlijn dan toch genationaliseerd en daarmee eigendom van de Nederlandse Spoorwegen. Maar lang zal het Woldjerspoor dan niet meer bestaan. Uiteindelijk wordt op 5 mei 1941 het reizigersvervoer stopgezet. Op 27 juli 1942 stopt ook het goederenvervoer. De Duitse bezetters breken tijdens de oorlog de lijn op om de materialen te kunnen gebruiken aan het Oostfront.

 

Dit verhaal is grotendeels gebaseerd op het boek van Peter Kamminga, ‘het Wapen van Slochteren’, die het politieke leven van Evert Jan Thomassen à Thuessink van der Hoop van Slochteren beschrijft.

 

Publicatiedatum: 17 april 2018
Auteur: Rachel Hiemstra
Bronnen: