Noordbroek
Het dorp Noordbroek (Gronings: Noordbrouk) is ontstaan in de vroege Middeleeuwen. Het is een veenontginnigingsdorp, waarschijnlijk ontstaan vanaf de oevers van enkele stroompjes.
Aan het einde van de Middeleeuwen spreekt met over het dorp Nortdabrock. Brock of broek betekent moerassige grond. Dit wijst naar de veengrond die we bij Noordbroek vinden.
Het dorp ligt tot ongeveer de 14e eeuw verder naar het oosten. Maar vanwege wateroverlast en stormvloeden zoekt men hogere grond op. In de lagere gebieden ontstaat een kleilaag die de Dollard met zich meeneemt. Ondanks dat men het hoger op zoekt, blijven ook de lagere gebieden bewoond. Tot ongeveer 1900 scheidt men de zandakkers van elkaar door begroeide houtwallen of ‘klingen’.
De bewoners van Noordbroek noemt men ook wel Brouksters, Woddels, Woddelkoppen of Woddelkappen.
Van steenhuis tot buitenplaats
Over de Middeleeuwen in Noordbroek is niet veel bekend. Er zijn geen duidelijke sporen van steenhuizen. Wel staat er in die tijd waarschijnlijk een stenen huis aan de Grachtlaan. Dit moet de woonplaats van ene Remben Gockinga zijn. We lezen in 1441 over hem. In de 17e eeuw bevindt zich op deze plek een huis dat men Bouckenberg noemt. Ook zijn er bodemvondsten gedaan van steelpannen en kogelpotten in het zogenaamde Meerland. Bovendien zijn er middeleeuwse pannen gevonden op de gewelven en bij de muren van de kerk van Noordbroek.
In 1401 kiest Noordbroek partij voor de Gockinga’s en wordt hierom bestraft. Er volgen plunderingen van boerderijen en de kerk wordt in brand gestoken. Er worden vijf gouden schrijnen gestolen en de miskelken en kazuifels vallen prooi aan de vlammen.
Al in de 17e eeuw heeft Noordbroek twee scholen. Eén aan de rand van het kerkhof en één midden in het dorp. De laatste heeft een eigen klokkentoren. Later heeft het dorp ook een eigen rechthuis.
Noordbroek heeft meerdere buitenplaatsen gehad. De oudste was Veenhuizen in Stootshorn. Deze wordt genoemd rond 1650. De buitenplaats is achtereenvolgens eigendom van de families Van Hoorn, Munninghe, Van Sijsen en Gockinga. Daarnaast bevindt zich aan het begin van de Oosterstraat het ‘Noorderhof’ van de familie Wolters. Bovendien bezit de familie Veenkamp omstreeks 1750 een buitenplaats met zware eikenbomen, iepen en essen.
Recente geschiedenis
Vanaf 1910 heeft Noordbroek een spoorwegstation aan de spoorlijn Zuidbroek-Delfzijl. Dit is echter van korte duur, in 1934 wordt het station weer opgeheven.
Voor 1965 is Noordbroek een op zichzelf staande gemeente. He bestaat dan naast Noordbroek uit de plaatsen en buurtschappen Noordbroeksterhamrik, Korengarst, Stootshorn, Veenhuizen en Zuiderveen. Daarna wordt het samengevoegd met Zuidbroek tot Oosterbroek. Met de gemeentelijke herindeling van 1990 wordt Noordbroek onderdeel van de gemeente Menterwolde en sinds 2018 maakt de plaats deel uit van de gemeente Midden-Groningen.
In 2014 opent in Noordbroek de ‘Noordsuythoeve’, het ‘kloppend hart van Noord- en Zuidbroek’. Een centrum voor ontmoeting, cultuur, sport, spel et cetera. Het multifunctionele centrum behuist onder andere het dorpshuis, de bibliotheek, school, kindercentra en verschillende onderdelen op het gebied van zorg en welzijn.
Publicatiedatum: 1 januari 2018
Auteur: Rachel Hiemstra
Bronnen:
- Antonides, H., Noord- en Zuidbroek in vroegere jaren, 1987.
- Wikipedia: Noordbroek